In 1850 sticht Charles Bunge het Antwerpse filiaal van het Amsterdamse handelshuis Bunge & Cie. De familie Bunge komt oorspronkelijk uit Duitsland, Charles
trouwt
dus
niet
toevallig
met
Laura
Fallenstein
uit
Düsseldorf.
Dat
heeft
twee
zonen
tot
gevolg:
Ernest,
de
oudste,
vertrekt
in
1884
naar
het
Argentijnse
Buenos
Aires
om
daar
de
handelsbelangen
van
de
firma
waar
te
nemen.
Door
de
import
van
Argentijns
graan
wordt
Bunge
een
van
de
belangrijkste
graanhandelaars
van Antwerpen.
Edouard,
geboren
in
Antwerpen
in
1851,
komt
in
1879
het
familiebedrijf
versterken.
Hij
wordt
uitgezonden
naar
de
Verenigde
Staten,
Latijns-Amerika,
Afrika
en
het
Verre
Oosten,
met
name
Maleisië.
Overal
richt
hij
handelshuizen
en
transportbedrijven
op,
sticht
industriële
ondernemingen
en
veefokkerijen,
legt
plantages aan en stampt financiële kantoren uit de grond. In 1886 trouwt hij met Marie Sophie Karcher, dochter van een Duitse wolhandelaar.
Edouard
is
een
van
de
financiers
van
koning
Leopold
II
bij
de
exploitatie
van
Belgisch
Congo.
Voor
deze
vorst
zet
hij
handelsbetrekkingen
op
tussen
België
en
de
Onafhankelijke
Congostaat
rond
ivoor,
rubber,
koffie
en
cacao.
Daardoor
wordt
Antwerpen
leider
op
de
wereldmarkt
voor
ivoor
en
zal
het
later
ook
een
eersterangs rol spelen bij de handel in rubber.
In
1914
verhuist
Edouard
naar
een
kasteel
op
het
300
ha
grote
domein
Oude
Gracht
in
de
Ekerse
wijk
Hoogboom.
Tijdens
de
Eerste
Wereldoorlog
wordt
daar
het Centrum voor Hulpverlening aan de Bevolking gehuisvest. Bunge is dan voorzitter van het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding.
Bunge
is
niet
enkel
uit
op
winst,
er
wordt
ook
geld
gestoken
in
een
Fondatie
Bunge,
waarmee
in
1926
een
sectie
koloniale
handel
wordt
opgericht
aan
Koloniale
Hogeschool
aan
de
Middelheimlaan.
Wanneer
Edouard
ernstig
ziek
wordt,
leidt
dat
tot
het
oprichten
van
het
Instituut
Bunge
voor
chirurgisch
en
medische onderzoek, later opgenomen binnen de Antwerpse universiteit.
Na
Edouards
dood
in
1927
te
Ekeren
komt
de
leiding
van
het
bedrijf
in
handen
van
Willy
Friling,
later
de
grote
man
van
de
plantage-onderneming
Sipef,
een
op
Euronext-Brussel
genoteerde
agro-industriële
vennootschap,
gespecialiseerd
in
tropische
plantages
waar
vooral
palmolie
wordt
gewonnen,
rubber
en
thee.
Voor palmolie lijkt een goede toekomst weggelegd bij de aanmaak van biodiesel.