Joseph
Hertogs
wordt
op
17
augustus
1861
in
Antwerpen
geboren
als
zoon
van
Cornelius
Hertogs
en
Pauline
Parteau.
De
familie
is
vanuit
het
Nederlandse
Bergen-op-Zoom
naar
Antwerpen
gekomen,
waar
Corneel
koster
is
in
de
Onze-Lieve-Vrouwekerk,
de
huidige
Antwerpse
kathedraal.
Jos
krijgt
zijn
opleiding
aan
de
Antwerpse
Academie
van
Schone
Kunsten,
waar
hij
les
krijgt
van
bekende
namen
als
Pieter
Dens
en
François
Baeckelmans,
bij
welke
laatste
hij
als
stagiair
zijn
carrière
begint.
Na
zijn
huwelijk
in
Antwerpen
op
3
oktober
1885
met
Maria
Kreitz
begint
hij
voor
zichzelf
te
werken
en
kent
direct
veel
succes
met
huizen voor de Antwerpse notabelen, adel en zakenwereld. Ook in de rest van de provincie Antwerpen, in Brussel en Brugge heeft hij opdrachten gerealiseerd.
Een
van
zijn
eerste
opdrachten
is
het
ontwerp
van
een
gebouw
aan
de
Meir
voor
bank
en
verzekeringsmaatschappij
Lloyds
Belge
in
1885,
waarin
vandaag
kledingketen H&M huist.
Vanaf
midden
19de
eeuw
is
er
een
grote
aanwezigheid
in
Antwerpen
van
uit
Duitsland
afkomstige
zakenlui,
die
vaak
van
huis
uit
protestants-christelijk
of
joods
zijn.
Voor
die
nieuwkomers
bouwt
Hertogs
kerken:
in
1892-'93
een
Duitse
Evangelische
Kerk
nabij
het
Stadspark
in
de
Bexstraat
9-11,
pal
ernaast
op
nr.13
en
in
hetzelfde
jaar
de
Vlaams-Evangelische
Christuskerk.
De
eerste
wordt
in
1979
gesloopt,
de
andere
staat
er
nog
steeds,
weliswaar
lichtjes
verbouwd.
Voor
de
traditionele
joodse
gemeenschap
Shomré
Hadass
-
'de
Behoeders
van
het
Geloof'
-
neemt
Jos
Hertogs
de
bouw
van
de
grote
synagoge
op
het
Zuid
over
van
architect Eduard Stordiau, een gebedshuis in Moorse stijl, ingewijd op 26 ELOUL 5653, lees 7 september 1893.
Wanneer
de
Duitse
gemeenschap
ook
financieel
bijdraagt
via
een
legaat
van
weduwe
Grisar-Govaerts
à
150.000
Belgische
frank
voor
een
neutraal
Zeemanshuis,
wordt
Hertogs
door
de
initiatiefnemer,
het
Antwerpse
stadsbestuur,
ook
met
die
opdracht
belast.
Het
gebouw
aan
de
Ankerrui
zal
van
1895
tot
30
september
1954
dienst
blijven
doen,
waarna
wordt
verhuisd
naar
een
nieuwbouw
aan
de
Falconrui,
die
op
zijn
beurt
in
2014
weer
gesloopt
is
nu
zeemanshuizen
niet
meer
nodig
zijn
omdat
schepen
tegenwoordig
nog
maar
enkele
uren
of
hooguit
één
dag
de
Antwerpse
haven
aandoen.
Leden
van
de
bemanning worden nu bij langere ligtijden op het vliegtuig gezet en meteen naar huis of naar een andere bestemming gevlogen.
Een
jaar
later,
1896,
komt
de
woning
van
koopman
Gustave
Albrecht
gereed,
met
een
renaissancegevel
met
Venetiaanse
loggia
aan
de
Ernest
Van
Dijckkaai
8.
Nadat
hier
een
tijdlang
klasse-restaurant
La
Rade
(De
–
Antwerpse
-
Rede)
was
gevestigd,
is
het
gebouw
gekocht
door
de
Koninklijke
Belgische
Redersvereniging,
die
het
gelijkvloers
in
bruikleen
geeft
aan
het
Eugeen
Van
Mieghem
museum.
Hertogs
mag
er
tussen
1897
en
1901
een
gebouw
aan
vasthaken,
dat
een
flink
stuk
Suikerrui
inneemt
en
destijds
bekend
stond
als
het
Hanzahuis,
een
kantoorgebouw
voor
de
Duitse
zakenman-bankier
Wilhelm
von Mallinckrodt, vandaag eerder bekend bij het uitgaande publiek als het Stadscafé.
Tussen
1901
en
1904
zorgt
Jos
Hertogs
ervoor,
dat
de
waardevolle
kunstverzameling
van
de
zopas
fataal
van
zijn
paard
gevallen
ridder
Fritz
Mayer
van
den
Bergh
een
passend
onderkomen
krijgt
in
een
gebouw
naast
het
woonhuis
van
de
familie
in
de
Lange
Gasthuisstraat.
De
voorgevel
is
een
vrije
kopie
van
de
in
1884
gesloopte
pastorie
van
de
Sint-Walburgisparochie,
gecombineerd
met
een
gevel
uit
de
Zakstraat,
die
de
familie
reeds
als
tijdelijk
huis
‘De
Drij
Coningen’
liet
optrekken
in
de
wijk
Oud-Antwerpen
op
de
Wereldtentoonstelling
van
1894,
alles
in
opdracht
van
Fritz'
moeder
Henriette
van
den
Bergh.
Voor
deze
opdrachtgeefster
zal
Hertogs
nog
een
aantal
huizen
bouwen
in
de
zuidelijke
wijk
rond
de
Markgravelei
en
een
meer
sociaal
project
realiseren
in
Mortsel
met
een bejaardengesticht en arbeiderswoningen.
Voor
de
Antwerpse
bankier
en
zakenman
Edouard
Thys
bouwt
Hertogs
een
woning
met
een
gevel
die
geïnspireerd
is
op
de
Franse
18de-eeuwse
herenhuizen.
Negen
spelende
kinderen
en
een
guirlande
van
bloemen
en
vruchten
in
het
fronton
symboliseren
welvaart
en
vertrouwen
in
de
toekomst.
In
1937
koopt
de
60-jarige
rentenier
en
vrijgezel
Pieter
Smidt
van
Gelder
het
huis.
Deze
zoon
van
vermogende
Amsterdamse
papierfabrikanten
laat
architect
De
Winter
op
de
bel-etage
een
privémuseum
inrichten
voor
zijn
collectie
schilderijen,
luxenijverheid
en
interieurkunst
uit
de
periode
1600-1930.
Tuinarchitect
Wachtelaer
legt
de
tuin
opnieuw
aan.
In
1949
schenkt
de
inmiddels
tot
Belg
genaturaliseerde
Smidt
van
Gelder
zijn
woning
en
kunstcollectie
aan
de
Stad
Antwerpen,
die
het
gebouw
een
jaar
later
opent
als
Museum
Smidt
van
Gelder.
Na
een
brand
in
1987
wordt
het
museum
gesloten
en
de
kunstcollectie
in
veiligheid
gebracht.
Nu
is
deze
opgeslagen
in
het
Museum
aan
de
Stroom
(MAS)
en
wordt
gezocht
naar
een
privépartner
om
het
gebouw
opnieuw
een
functie
te kunnen geven die toegang voor het brede publiek waarborgt. De tuin is al die jaren wel onderhouden.
In
1903
is
Jos
druk
doende
met
het
optrekken
van
een
groot
warenhuis
voor
de
Duitser
Leonhard
Tietz
aan
de
Meir.
"Tausendfach
alles
unter
einem
Dach"
is
de
leuze
van
Tietz,
waar
onder
andere
de
strooien
hoeden
worden
verkocht,
die
in
Antwerpen
nog
altijd
bekend
staan
als
een
'tits'.
Vandaag
heet
die
zaak
Galeria Inno.
En
in
1910
wordt
de
familie
Osterrieth
-
ook
al
deel
van
de
Duitse
kolonie
–
klant,
voor
de
uitbreiding
van
hun
woning,
het
Osterriethhuis
aan
de
Meir
en
de
bouw
van
Magazijn
La
Cloche
/
De
Klok
aan
het
Hessenplein
2,
hoek
Oude
Leeuwenrui,
waarvan
de
naam
verwijst
naar
de
vroegere
brouwerij
De
Bel
aan
de
Oude Leeuwenrui, waar ooit heel wat brouwerijen actief waren.
Wie
vandaag
leerling
is
aan
de
Kunsthumaniora
aan
de
Karel
Oomsstraat
heeft
daar
wellicht
een
rotonde
met
muziekzaal
en
wintertuin
anno
1910
gezien,
die
hoorden bij het herenhuis van de familie Fester. Dat huis is nu het schoolgebouw geworden.
In
1923-'24
volgt
dan
de
samenvoeging
van
herenhuis
Grisar
met
het
oude
Postmeesterhuis
aan
de
Lange
Gasthuisstraat
9-11
in
opdracht
van
de
Banque
de
Commerce, waarin vandaag de chique kledingwinkel Verso onderdak vindt.
Later
heeft
Jos
Hertogs
de
leiding
over
zijn
architectenbureau
aan
een
jongere
collega
overgelaten,
Gerard
De
Ridder,
met
wie
hij
in
1928
een
associatie
aangaat.
Maar
hij
is
zelf
actief
gebleven
tot
zijn
dood
op
27
februari
1930.
Dat
er
in
Wilrijk,
niet
ver
van
het
Middelheimpark,
in
1978
een
Jozef
Hertogslaan
is
gekomen,
heeft
alles
te
maken
met
de
parkwijk
Den
Brandt,
die
Jos
voor
de
N.V.
Extensa
heeft
uitgetekend.
Die
maatschappij
werd
gecontroleerd
door
de
familie
della
Faille
de
Waerloos,
die
hun
uitgestrekte
domein
met
kasteel
Den
Brandt
aan
de
Stad
Antwerpen
had
verkocht,
maar
een
deel
daarvan
mocht
verkavelen voor de aanleg van een nieuwe villawijk.
Hertogs zelf vind je terug op het perk H van het Schoonselhof, de begraafplaats waar veel Beroemde Antwerpenaren een laatste rustplaats vinden.