Deze
Antwerpse
dichter
en
jeugdauteur
is
geboren
op
12
april
1960
in
Deurne,
toen
nog
een
zelfstandige
gemeente,
sinds
1
januari
1983
een
van
de
zeven
Antwerpse
districten.
Van
de
pen
kan
hij
aanvankelijk
absoluut
niet
leven
en
dus
vult
hij
eerst
een
tijdlang
zijn
overdagse
uren
met
een
baan
als
trainer-verzorger
van
zoogdieren
in
de
Antwerpse
Zoo
en
gaat
hij
later
aan
de
slag
als
hulpverlener
in
een
opvangcentrum
voor thuislozen.
In
hoeverre
beide
jobs
hem
inspiratie
hebben
bezorgd
voor
zijn
debuutbundel
‘Dwangbuis
van
Houdini’
uit
1998
is
niet
bekend,
maar
de
titel
verwijst
naar
de
befaamde
Amerikaanse
ontsnappingskunstenaar
uit
het
eerste
kwart
van
de
20ste
eeuw.
Dat
debuut
levert
Peter
meteen
al
de
Vlaamse
Debuutprijs
1999
op,
waarna
nog
datzelfde
jaar
zijn
tweede
bundel
‘Strombolicchio.
Uit
de
smidse
van
Vulcanus’
verschijnt.
In
2001
mag
Peter
Holvoet-Hanssen
reeds
de
Dirk
Martensprijs
voor
literatuur
in
ontvangst
nemen,
genoemd
naar
de
man
die
in
onze
contreien de boekdrukkunst introduceerde.
In
2004
verandert
Holvoet-Hanssen
de
pen
van
schouder
en
publiceert
hij
de
‘anti-roman’
‘De
vliegende
monnik’.
Daarna
volgen
weer
twee
dichtbundels,
‘Spinalonga’
(2005)
en
‘Navagio’
(2008)
en
twee
literaire
prijzen,
de
Driejaarlijkse
Cultuurprijs
van
de
Vlaamse
Gemeenschap
voor poëzie (2008) en de Driejaarlijkse Paul Snoekprijs (2010).
Intussen
is
Peter
gaan
samenwonen
met
de
jeugdauteur
Noëlla
Elpers,
met
wie
hij
samen
Het
Kapersnest
opricht,
een
project
waarmee
zij
jeugdliteratuur naar scholen en groepen brengen.
Wanneer
Peter
Holvoet-Hanssen
in
2010
een
tweejarig
stadsdichterschap
van
Antwerpen
op
zich
neemt,
volgt
hij
Joke
van
Leeuwen
in
die
functie
op
als
vijfde
in
de
rij,
die
is
begonnen
met
Tom
Lanoye.
Naast
de
diverse
werkstukken
die
Peter
in
die
twee
jaar
achterlaat
op
een
aantal
plekken
in
het
Antwerpse
stadsbeeld
–
onder
andere
op
de
waterkeringsmuur
langs
de
Scheldekaaien
en
op
de
zijwand
van
het
Paleis
aan
de
Meir
aan
de
Wapper
–
publiceert
Holvoet-Hanssen
in
2011
nog
de
bundel
‘De
reis
naar
Inframundo’,
een
bloemlezing
uit
zijn
vroegere
werk,
en
ontvangt
hij
in
2012
de
Arkprijs
voor
het
Vrije
Woord.
Zijn
stadsdichterschap
wordt
afgesloten
met
de
dubbel-bundel
‘Antwerpen/Oostende’, waarin stads- en zeegedichten afwisselen met proza.