In een katholiek gezin in Borgerhout wordt op 4 oktober 1889 Jozef Smolderen geboren als een van de zeven kinderen. Jos blijkt een getalenteerde leerling
van de Antwerpse Sint-Norbertusschool, die vanaf 1903 avondcursussen gaat volgen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in zijn geboortestad,
samen met buurjongen Arthur Dupon. Terwijl die laatste vooral in beeldhouwen is geïnteresseerd, gaat Jos’ belangstelling meer uit naar toegepaste kunsten.
Tussen 1904 en 1906 volgt Jos de afdeling Bouwkunst, waarbij hij achtereenvolgens Frans Van Dijk, Charles Dens, Jules Bilmeyer en Ernest Dieltiens als
leraren krijgt, allemaal bekende architecten in het Antwerpen van die dagen. Smolderen blijkt een echt prijsbeest te zijn. Naast de avondcursussen gaan Jos
en Arthur een dagopleiding tekenen volgen in het lager kunstonderwijs van de Antwerpse academie, waar ze les krijgen van Eugeen Yoors en Isidoor
Opsomer, de Lierenaar die later directeur wordt van die Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Met deze laatste ontstaat een langdurige vriendschap
rond de schilderkunst draait. Maar Jos blijkt een sterk gevoel voor techniek te hebben en in 1908 gaat hij voort in die richting aan het Nationaal Hoger Instituut
voor Schone Kunsten, in feite de beroepscyclus van de academie, waar architect Léonard Blomme hem inwijdt in de traditionele bouwtechniek. Bij zijn tweede
deelname aan de wedstrijd wint Jos Smolderen op 27 juni 1914 de Grote Prijs van Rome, maar kan niet naar Italië op reis door het uitbreken van de Eerste
Wereldoorlog.
Bij het uitbreken van die oorlog vlucht Jos samen met een groot aantal Belgen naar het neutrale Nederland, waar hij kennismaakt met de Amsterdamse
School en met Hendrik Petrus Berlage, dan reeds een beroemd architect met de Amsterdamse Beurs als visitekaartje. Smolderen zal korte tijd op diens
bureau in Den Haag als tekenaar werken.
Na afloop van het Europese conflict ontwerpt Jos via de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen zijn eerste sociale woningblokken in samenwerking
met Jan Vanhoenacker en John Van Beurden, met wie hij zich geassocieerd heeft. Het drietal wordt betrokken bij de wederopbouw met kerken in Warneton
(Waasten), in de Henegouwse enclave in West-Vlaanderen. Wanneer Jos Smolderen in 1925 de internationale wedstrijd voor het Mémorial Interallié in Luik
wint, wordt zijn positie binnen het architectenbureau belangrijker. En als Victor Horta in 1927 zijn functie als hoofd van de afdeling Bouwkunde van het Hoger
Instituut aan de Antwerpse academie inruilt voor het directeurschap van de Brusselse academie, volgt Smolderen hem in Antwerpen op. Hij zal die functie tot
1949 blijven uitoefenen, wanneer de opleiding op dat niveau wordt opgeheven. In 1932 opent Jos zijn eigen architectenbureau in de Antwerpse Van Putlei, in
een huis dat door zijn bekende voorganger Emiel Thielens is gebouwd voor een familielid en dat Smolderen door een verbouwing geschikt maakt voor zijn
bedrijf. Jos Smolderen blijft zich tot in de jaren 1960 met architectuur bezighouden, zoals sociale woningbouw aan de Jan De Voslei in 1950 tot 1965. Hij zal
ook nog menig ontwerp maken voor internationale wedstrijden, maar dat levert geen reële bouwopdrachten op. Op 12 juni 1973 overlijdt deze ras-
Antwerpenaar.
Het hoogtepunt in Smolderens carrière is niet - zoals je wellicht zou denken - het Torengebouw, waarbij hij naast Vanhoenacker en Van Averbeke instond voor
de binneninrichting, maar zijn rol als hoofdarchitect bij de opbouw van de Wereldtentoonstelling van 1930 te Antwerpen.