Het motto dat de verhalen uit deze bundel voorafgaat, verwijst naar de titel: eens de vijf en zestig voorbij, zal voor de auteur het vroeger altijd groter blijven dan het later. De omslag van het boek geeft
vorm aan die gedachte: veel rode, een drietal zwarte zandlopers. De vormgever (romanONTWERP) is genadig geweest voor de auteur: de zandlopers zijn nog halfvol.
Nu vroeger zoveel groter is dan later bestaat uit twee delen: het eerste deel omvat vijftien verhalen, het tweede zeven.
Deel 1 kreeg als titel Eerste persoon enkelvoud mee. Alle verhalen werden dus geschreven in de ik-vorm. Ze werden opgedragen aan ‘Gerrit, de laatste getuige van mijn gehele bestaan’.
Deel 2 draagt als titel Derde persoon enkelvoud en is opgedragen aan ‘Arthur, de beste getuige van de laatste helft van mijn bestaan’.
De beginregels van het verhaal Naar huis gaan zitten alvast goed: ze zetten aan tot verder lezen.
Wanneer de dagen zwaar vallen, wanneer de winter te lang duurt of wanneer ik hopeloos verdwaald ben, dan wil ik naar Enschede. Dan wil ik naar huis, naar vader en moeder
(…) en enkele zinnen verder:
In Enschede was het volop zomer toen ik aankwam.
Doorheen de bundel zal blijken dat de auteur over een bijzonder talent beschikt om de lezer te strikken en deelachtig te maken aan zijn imaginaire wereld. Zijn verbeeldingskracht is groot en zijn verhaal
wordt frequent gelardeerd met een flinke dosis zelfrelativerende humor.
Deel 1 van Nu vroeger zoveel groter is dan later is de fragmentarische historie van een sensitieve kleine jongen die alles in zich opneemt. Het gaat
aaneensluitend om vertellingen uit vervlogen tijden.
De verteltrant die RoSa hanteert ligt in diezelfde lijn. Onlangs verscheen in de krant De Morgen een interview met Saskia De Coster waaruit het volgende: ‘Dit
is een beetje het probleem van de moderne literatuur (…) Er zijn veel boeken die nu geschreven worden maar net zo goed vijftig jaar geleden het levenslicht
hadden kunnen zien (…) Dat soort romans kunnen meesterlijk geschreven zijn, maar als schrijvers willen dat de literatuur de 21ste eeuw overleeft, moeten we
meer gaan schrijven over het hier en nu. Schrijven over wat er komt en welke mogelijkheden er open liggen, in plaats van terug te keren… ‘ Tja, Saskia De
Coster zal wel gelijk hebben, niettemin blijven deze verhalen boeien: ze prikkelen, hebben sfeer en de spanning wordt erin gehouden ook al zijn er wel wat
mankementen.
Het eerste verhaal uit Deel 2, namelijk Breuklijnen in het porselein is een van de allermooiste uit de hele bundel, een ontroerend verhaal dat je niet meer
loslaat, een verhaal geschreven met zoveel inlevingsvermogen en vanzelfsprekend psychologisch doorzicht (ook al had naar mijn gevoelen de laatste passage
hieruit mogen worden weggelaten), net zo wat Het Droste-effect uit Deel 1 betreft, waarvan de drie laatste paragrafen eveneens overbodig lijken. Teveel uitleg
schaadt.
Het merendeel van de verhalen uit deze bundel raakt de lezer hoe dan ook, zoals Moedermoordenaar of Klein gebrek, geen bezwaar, dat prachtige verhaal uit
ja! de gevoelige oude doos of ook nog Havenzicht, een bijzonder sfeervolle evocatie uit de jaren vijftig van de vorige eeuw…
… mijn vader was een geboren verteller, maar zelden vertelde hij de waarheid (…) Vader was een fantast. Hij creëerde een nieuwe wereld. Het ging hem
daarbij niet om de inhoud, maar om de schoonheid van het verhaal (…) Als hij het voor de schoonheid van zijn verhaal noodzakelijk vond om de waarheid te
verdichten, dan was er niets wat hem belette (…) Vader verzon zijn verhalen ter plekke. Ook verkondigde hij geen boodschap. Hij was geen moralist.
Ook Witte wieven uit Deel 1 is een sterk verhaal, een verhaal zoals men ze nog weinig te lezen krijgt, net als Nacet scheermesjes. Beide zijn vaderverhalen.
Valt trouwens op met hoeveel liefde de auteur zijn vader(figuur) doorheen Deel 1 heeft neergezet. In Javaanse jongens wordt het meteen duidelijk waar de
auteur zijn inventiviteit vandaan haalt:
Met de moeder en het vrouwelijke geslacht in het algemeen wordt op een heel andere manier omgesprongen. Hier lijkt de geest van Willem Elsschot niet ver
weg, lees er maar De geur van oude lijken in de kast op na.
De verhalen van Deel 2 zijn, zo suggereert de titel, geschreven vanuit de derde persoon enkelvoud al lijkt het er sterk op dat het in vijf van de zeven gevallen
eerder om verkapte autobiografische verhalen gaat. Jonathan als alter ego van de auteur? In ‘De blinde gids’, dat zich afspeelt in Berlijn, duikt plots het meisje
Miriam Olieslagers op dat in Deel 1 al prominent aanwezig was.
Buiten mijn moeder was Miriam de eerste vrouw waarvan Jonathan zich schrijnend bewust werd. Daarvoor had hij vrouwen (of liever meisjes) als buitenaardse wezens beschouwd. Miriam was anders.
Miriam rook naar ‘sunlight’. Het broeierige veelbelovende zonlicht (…) Miriam gedoogde Jonathan in haar omgeving zoals een koningin haar horigen. Zijn adoratie beschouwde ze als vanzelfsprekend
(…) Miriam genoot van haar ongebreidelde macht. Ze bedacht vreemde spelletjes, examens om zijn toewijding te toetsen (…) Soms bond zij een touw om zijn nek. Hondje spelen, noemde ze dat. Van
Jonathan werd verwacht dat hij blafte en jankte (…) Ook dwong Miriam zijn hoofd onder haar rokje (…)
Alweer een broeierig verhaal over prille erotische ervaringen die in een troosteloze pornotent te Berlijn plots weer komen opdagen, al kan de opwinding van toen hier geenszins worden geëvenaard.
In ‘Rituelen’ houdt Jonathan de duur van zijn huwelijk bij aan de hand van het aantal broden die worden verorberd. Na zes jaar stond de kast volgeschreven met streepjes. Later werden
boodschappenpapiertjes opgehangen. Jonathan verzamelde de briefjes als waren het belangrijke aanwijzingen (…) een kleine kroniek van een neergang om na zijn scheiding er behagen in te scheppen
om de briefjes in combinaties te leggen. Eén grote collage, waarin het verval van de relatie in beeld kwam. Een schrijnend maar tegelijk hilarisch relaas van een spaak gelopen relatie.
Spreken deden ze al maanden niet meer. Enkel nog de briefjes (…) De briefjes bewaarde hij in twee schoenendozen (…) Jonathan had rituelen nodig om het noodlot te bezweren (…)
Maar evengoed lopen er andere rituelen voor in de plaats (…) Vaker dan anders dacht hij terug aan Mirthe. Hij begon
te fabuleren wat er gebeurd zou zijn als hij destijds voor haar gekozen had (…) Hij vond opnieuw zijn leven uit, naast het werkelijke leven dat hij leidde.
Volgt een soort vaudeville waarbij Jonathan Mirthe kruist op de roltrap en hoe hij in plaats van haar in zijn armen te nemen, ongewild aanbotst tegen een corpulente vrouw waarmee hij samen ten val
komt. Tragikomedie? Al gaat het in dit geval om een knap en invoelend verhaal, dergelijke passages lijken me er met de haren bij gesleurd. Of moeten deze overtrokken taferelen het schrijnende
beklemtonen van menselijke tekorten?
Er zitten ook enkele mindere verhalen in deze bundel zoals ‘Eksterbuit’, een gevoelig verhaal met evenwel wat schoonheidsfoutjes. Jammer lijkt me tevens dat de bundel wordt afgesloten met het
eveneens wat zwakkere ‘Navelloos’. Veel woorden die hier weinig zeggen, want zichzelf herhalend.
En hier komt dan de kat op de koord. Wellicht omdat ‘Nu vroeger zoveel groter is dan later’ als gelegenheidsuitgave bij Dodo-pers verscheen, lijkt de afwerking ervan niet optimaal en dit in tegenstelling
met de kleine verrassende uitgaven die Dodo-pers anders met regelmaat brengt. Zijn de storende witregels en nog wat andere slordigheden, misschien toe te schrijven aan de haast waarmee deze
uitgave tot stand moest komen? Hier en daar duiken spelfouten op of schort er nog iets aan de woordkeuze. Wellicht was het niet overbodig geweest om ook deze (gelegenheids)uitgave te laten
redigeren.
Als rasechte ‘verhalenverteller’ (want zo noemt RoSa op de achterflap zichzelf) is de auteur echter meer dan geslaagd. Door middel van knappe karakterschetsen en verrassende zinswendingen,
gevoelige tot erotiserende passages overgoten met een sausje milde humor, weet hij zijn lezers vele verhalen lang in de ban te houden. Af en toe een onvolkomenheid wordt hierbij gauw bedekt met de
mantel der liefde.
Rose Vandewalle
Nu vroeger zoveel groter is dan later, RoSa, Dodo-Pers/Eindhoven, 2014.
160 pg. gebonden hardcover 12,95 euro + portokosten
ISBN 978-90-822047-0-4
441, Boschdijk, 5621 JD Eindhoven
Schoon Schip, 21e jaargang nr 2014/3.