Leo Dutoy
retrospectief
De hier verzamelde foto’s vormen slechts een zeer beperkte weergave van Leo’s oeuvre .
Zijn mooiste werken zijn immers eigendom van nabestaanden en verzamelaars en hij bezat geen eigen fotoarchief.
Deze pagina is samengesteld a.d.h.v. mij toevertrouwd beeldmateriaal en eigen opnamen.
Jammer genoeg worden enkele kleurrijke werken hier in zwart-wit weergegeven en kunnen evenmin meer gegevens worden vermeld.
André Bongers
Een aantal thematische werken uit zijn beginperiode:
Leo beschouwde de vrouw als goddelijk scheppend wezen en combineerde haar in zijn werk met de levensboom, wat resulteerde in diverse Boomvrouwen.
Enerzijds vergeleek hij de gemeenschap - afgebeeld als een stad - als kosmopolitisch, op andere momenten echter als Dode stad of in de aarde geworteld als Boomstad.
Tijdens zijn eerste tentoonstelling in 1966 bij Kunstkamer, Wolstraat - Antwerpen van Emiel en Rosa Binon verschijnt de Cycloop die later in velerlei vormen terugkeert.
Leo was gedurende zijn kunstenaarsloopbaan een gepassioneerd dierenschilder, maar geen fijnschilder noch animalier.
Zijn geloof in het vrouwelijk goddelijke, het animisme, het verschijnen van voorwereldlijke oerbeelden en de overtuiging “De mens is een dier” zouden bepalend worden voor de verdere evolutie van zijn werk.
De vrouw en het dier loopt als een rode draad door gans zijn oeuvre.
Overal is zij aanwezig, omgeven door tijgers, buffels, paarden, vogels, apen, noem maar op.
Gewoon als gezelschap, maar ook mythisch of haast kosmisch, erotisch, vruchtdragend.
© foto’s: Pieter De Koninckx
Maar ook Christus en het dier vormden een mysterieuze of was het gewoon een Bijbelse inbreng in zijn oeuvre.
Tussen het godsbeeld, de vrouw en het dier bestond een erotisch geladen spanning.
Probeerde Leo hiermee een innerlijk conflict tussen zijn katholieke achtergrond en seksualiteit te duiden en beschouwde hij het dier als symbool van echte vrijheid en natuurlijkheid?
© foto: Pieter De Koninckx
Details uit het werk hiernaast.
Klik op de afbeeldingen.
Details uit het werk hiernaast.
Klik op de afbeeldingen.
Kwam Leo’s inspiratie uit zijn onderbewustzijn? Was het de synthese van alle voorgaande gedachtestromen, expressievormen en de esoterische filosofie van zijn leermeester Baele of de invloed van de hippiecultuur,
flowerpower en de vroege newagebeweging?
De pers omschreef hem als “Een kosmische schilder wiens werk een bezinning geeft over de vraagstukken en problemen van leven en dood. Met atavistische neigingen brengt hij een contact met het onderbewuste tot
stand”.
Hoe dan ook, gedurende een periode van meer dan twee decennia schilderde hij tientallen werken die bij geen enkele kunststijl passen.
Ieder werk is een ‘Dutoy’!
Leo was verre van pessimist… “Het leven is een feest! Het leven moet geleefd worden!” weerklonk als motto in talrijke uitspraken.
Zijn enige angst was die voor het door hemzelf nieuw opgespannen en spierwitte schildersdoek.
Hij vond dat talloze mensen zich als gemaskerde clowns gedroegen om hun ware aard, emoties en angsten te verbergen.
Een houding die volgens hem altijd - zij het vroeg of laat - gewraakt zou worden.
Vanaf 1985 begon Leo intens met pentekeningen en beeldhouwwerk te experimenteren. Hij werkte met klei en zocht voortdurend naar andere samenstellingen en toevoegingen om bepaalde kleureffecten te creëren.
Leo beschikte echter niet over een oven en dus werden de kwetsbare beelden zorgvuldig verpakt en voorzichtig naar keramiste Astrid Baele gebracht die haar atelier ter beschikking stelde.
De afbeeldingen van onderstaande pentekeningen zijn pop-ups, klik erop.
Op een ochtend hoestte Leo een beetje bloed op en raadpleegde meteen zijn huisarts. Het verdict was kanker. Kort nadien onderging hij een thoracotomie en begon een langdurige strijd die hij tenslotte verloor.
Na de operatie keerde Leo terug naar zijn atelier in de Kroonstraat te Borgerhout, maar hij mocht niet meer met klei werken of olieverfschilderijen maken.
Het hoger getoonde werk van de vrouw met de haan was zijn laatste grote schilderij met model.
Naarmate zijn ziekte vorderde moest hij voortdurend aan kracht en mogelijkheden inboeten.
Hij verhuisde naar een serviceflat in de buurt en slaagde er toch nog in om meer dan 100 pasteltekeningen te maken.
Leo bleef kunstenaar tot aan zijn laatste operatie en opname in ZNA Hoge Beuken in Hoboken waar hij vredig overleed.
Alhoewel het niet echt ‘zijn ding’ was maakte Leo toch een aantal houtskool- en pasteltekeningen van inmiddels verdwenen woningen in de binnenstad.
© foto’s: Willem van Torre
© foto: Frank van Doorn